zondag 22 april 2012

Surprise


In de verte hoor ik het geluid van de muezzin die start met de oproep voor het gebed. Het is pas tegen half zes, toch ik geniet van het gezang, de klanken en de bijzondere sfeer die het geluid met zich meebrengt. Omdat het buiten nog zo stil is, is goed te horen dat de oproep bij elke moskee net op een ander moment begint, de mengeling aan geluiden heeft iets magisch, fijn om mee wakker te worden.
Opeens gaat mijn slaapkamerdeur open. “Surprise” hoor ik iemand roepen en met blije gezichten zie ik mijn ouders naast mijn bed staan. “Ik wilde je zo graag zien lieve schat,” zegt mijn moeder, ik moet alleen morgen weer weg, we kunnen niet lang blijven”. Verbaasd kijk ik haar aan, morgen weer weg? Hoe zijn ze binnengekomen? Als ik iets tegen ze wil zeggen realiseer ik me dat ik droom, dat ik nog slaap, dat ze helemaal niet naast me staan.  Michael ligt nog heerlijk nog naast me te slapen. Een beetje van slag stap ik uit mijn bed, zijn ze er echt niet? Het leek zo echt, ik had werkelijk het gevoel dat ik ze kon aanraken en met ze kon praten.
’s Avonds skype ik met ze. Ik vraag mijn vader om wat Hollandse spullen mee te nemen als hij over een paar weken deze kant opkomt en ik vertel ze over mijn droom die de hele dag door mijn hoofd is blijven spoken. “Was het maar waar” zegt mijn moeder “Het zit er helaas niet in, ik moet echt werken”.
Drie weken later komt mijn vader. Hij heeft een nachtvlucht en komt in alle vroegte bij ons aan.  Mijn droom is de dagen daarvoor nog een paar keer door mijn hoofd geschoten. “Het zal toch niet dat mijn moeder ook meekomt?” vraag ik me af.  “Het zou geweldig zijn, hou op, niet op hopen, het kan ook helemaal niet, ze moet werken” zeg ik hardop tegen mezelf.
Voordat ik ga slapen maak ik de logeerkamer klaar en twijfel toch of ik iets voor mijn moeder zal klaarleggen. Nee, natuurlijk doe ik dat niet, wat een onzin, ze komt niet.  Als ik net in bed lig gaat de telefoon, mijn moeder zie ik in het schermpje. “Zie je, ze komt inderdaad niet” zeg ik tegen Michael “Anders had ze nu in het vliegtuig moeten zitten”.
“Lieve schat” hoor ik “Ik wil je zo graag zien, kom je naar de voordeur?” Ik geloof het niet, spring uit bed, ren door de slaapkamer, kan niets vinden om aan te doen, trek een jurkje uit mijn kast dat ik verkeerd om aan doe en ik ren naar beneden. Daar staat ze met een grote glimlach. “Enne....ik ga morgen niet weg hoor, ik blijf een week”. Wat een feest! Ze vertelt me dat ze een paar dagen voor ons skype-gesprek als verrassing toch nog een ticket heeft kunnen boeken. Ik kan het nauwelijks geloven. Na een glas wijn gedronken te hebben, duiken we ons bed in. De volgende morgen hoor ik het gezang van de muezzin en beneden het gestommel van mijn vader die binnenkomt. Gelukkig geen droom dit keer!