vrijdag 16 maart 2012

Lalala!


Moetabel, humus, tabouleh, heerlijke mezzes, toch vragen we ieder bezoek uit Nederland om stroopwafels, drop en Calvé pindakaas met nootjes. In Nederland aten we eigenlijk nooit pindakaas, maar hier vliegen de potten er doorheen. Nadat we alle Hollandse lekkernijen uitgepakt hebben, een zak dropjes opgegeten hebben, nemen we het programma voor een toeristisch weekje Abu Dhabi door. “We zijn hier niet gekomen om Nederlanders te ontmoeten” zegt mijn zwager als ik hem vertel dat we van plan zijn mee te doen met de ‘desert rally’ van de Nederlandse Vereniging. Ook mijn vriendin, die tegelijkertijd op bezoek is, kijkt wat bedenkelijk bij dit programmaonderdeel.  “Het is echt heel leuk” opper ik. “Een bijzondere manier om de woestijn te verkennen en er gaan nog leuke mensen mee ook”. Maar ik voel dat ik mijn bezoek hier geen plezier mee doe en met een lichte teleurstelling meld ik ons af voor de rally.

Al voor ons vertrek naar Abu Dhabi ontvangen we een eerste uitnodiging van de Nederlandse Vereniging in Dubai. Een feest met heus optreden van Guus Meeuwis. Lachend laat ik de uitnodiging aan mijn vrienden zien en roep gekscherend dat het met ons wel goed gaat komen in Abu Dhabi. Eenmaal aangekomen stort ik me volledig in het ‘Aboedabiese’ leven. Ook in dat van de Nederlandse Vereniging, voor alles sta ik open. Tijdens een van de eerste koffieochtenden leer ik een fijne nieuwe vriendin kennen. Met haar verken ik de stad, drink ik heel veel koffie en ben ik lid geworden van een Nederlandse boekenclub. We brengen een bezoek aan de bekende spa ‘Tips & Toes’ om op en top op het gala van de Nederlandse Vereniging te verschijnen.  Op het gala dansen we op muziek van KLM-band ‘ De Bahama’s’ en zingen we uit volle borst ‘lalala’ van de Hermes House band.

En dat is nog maar het begin. In december sta ik met 25 graden luidkeels op de kade sinterklaasliederen te zingen. Sinterklaas vaart binnen met speedboot, om de boot zwemmen toeristen en de schmink druipt langzaam van de gezichten van de Pieten. Op 1 januari ren ik samen met honderd andere Nederlanders met een Unox-muts op mijn hoofd de zee in en eet ik na afloop een kop erwtensoep. Thuis droog ik af met theedoeken met Delfts blauw motief, heb ik prachtige theelepeltjes met molentjes en gebruik ik een eierwekker die het ‘Wilhelmus’ speelt op het moment dat mijn ei goed is. Waarom die hang naar het Nederlandse vraag ik me af. Ik ging toch onderdeel worden van die Arabische cultuur? Hoe staat het eigenlijk met mijn inburgeringsproces?

Na een half jaar realiseer ik me dat ik in een unieke multiculturele samenleving terecht gekomen ben en niet in ‘de Arabische wereld’ zoals ik me die voorgesteld had. De Verenigde Arabische Emiraten is een modern land. Mensen uit alle delen van de wereld komen naar de Emiraten om te werken, maar 19 procent van de bevolking komt hier oorspronkelijk vandaan.  Ik besef me dat ik na zes maanden nog niet begrijp waar ik nu werkelijk ben, dat ik meer tijd nodig heb om deze nieuwe omgeving en cultuur te leren kennen. Een proces waarin het enorm waardevol en leuk is om Nederlanders te ontmoeten, ervaringen te delen, te lachen om elkaars verhalen en vast te houden aan Hollandse tradities.

Zonder gene plaats ik mijn foto’s op Facebook en neem de verontwaardigde reacties en grappen van mijn vrienden voor lief. “ Sinterklaas op een speedboot, dat kan toch niet”, “ Stoer hoor zo’n nieuwjaarsduik” en “Die muts staat je goed”.  Ok, dat ik heel hard “lalala” heb staan zingen heb ik tot nu toe geheim weten te houden, maar ik ben bang dat mijn vrienden in Nederland daar toch wel achter komen, onze volgende gasten komen namelijk precies tijdens het ‘Oranjebal’.