En dan ben je opeens bijna vijf maanden verder en woon je aan de andere kant van de wereld. Vijf maanden waarover ik blogs vol had kunnen schrijven. Daar gaat een goed voornemen. Blogs over de bliksem snelle opruimactie waardoor ons huis verhuurd is, het inpakken en uitzoeken, het afscheid van de kinderen van school en hun vriendjes, de verhuizing, de liefdesperikelen in onze omgeving, de erfelijke genafwijking, de bezoekjes met mijn vader aan het Erasmus ziekenhuis, de vakantie naar Frankrijk, de logeerpartij bij mijn ouders, ons afscheidsfeest en natuurlijk de eerste ervaringen in Abu Dhabi. Maar laat ik het mezelf niet te moeilijk maken. Laat ik beginnen met dat kleine rode poesje uit mijn laatste blog.
We zitten te eten, Michael in Abu Dhabi, de kinderen en ik in Nieuw Vennep. Toch zitten we bij elkaar aan tafel, laptop op tafel en via Skype hebben we het over van alles en nog wat. “Ik heb een straat ontdekt met alleen maar dierenwinkels” zegt Michael. “Hebben ze daar ook van die poesjes? En papagaaien? Schildpadden? Zitten de dieren daar ook in van de kleine kooitjes” Er wordt niet meer gegeten, Michael wordt onderworpen aan een vragenvuur.
Vijf weken later zitten we ‘eindelijk’ in het vliegtuig naar Abu Dhabi. We laten ons verwennen in de businessclass en zitten bij te komen van het emotionele afscheid op Schiphol. Ontroerd door alle lieve woorden en knuffels van familie en vrienden die in alle vroegte naar Schiphol zijn gekomen. De landing wordt ingezet en de woestijn is in zicht. “Gaan we vanavond nog naar die straat met die dierenwinkels? Ah, waarom niet? Misschien zit er nog wel zo’n lief katje? Of ratjes? Ja, ik wil ratjes! Of een vogeltje? Of toch een landschildpad voor in de tuin? Ah? Waarom niet?!”
Het lukt ons niet om het nog langer uit te stellen. De dag na onze housewarming gaan we, na bergen afwas gedaan te hebben, met een zwaar hoofd dan eindelijk naar die beroemde straat. Maar benadrukken we: alleen kijken!! We komen in een straat met zeker tien dierenwinkels op een rij. Kleine volgepakte smoezelige winkeltjes, opgestapelde hokken, krijsende papagaaien, slangen, prachtige vogeltjes en natuurlijk ook kittens. In de eerste winkel zitten twee Persische katjes in een hok, ze springen naar ons toe, het hok wordt opengemaakt, ze doen alles om onze aandacht te trekken. Oh, wat zijn ze leuk! "Hoe oud zijn ze? Hoe duur zijn ze eigenlijk?" Oeps, valt best tegen, maar we komen toch alleen maar kijken….. “Ah, mam, please?“ Het blijken twee katertjes en dat willen we niet, besluiten we. Katers schijnen te ‘sproeien', lijkt ons niets. Met pijn in ons hart begeven we ons naar de volgende winkel. In een van de volgende winkels loopt een aantal poesjes vrij rond. Een prachtig beige pluizenbolletje trekt meteen onze aandacht, ze laat zich makkelijk optillen om zich vervolgens niet meer neer te laten zetten. Niets alleen maar kijken, dit wordt d’r, zelfs Michael is om. De verkoper garandeert ons dat het een meisje is en dat ze alle vereiste inentingen heeft gehad, we krijgen zelfs een heus paspoort met stempels en zegels mee. Opgetogen rijden we naar huis. Oh, wat is ze leuk!! Fee heet ze.
Een paar dagen later ga ik met haar naar de dierenarts, ze niest en hoest wat. De dierenarts kijkt haar na, ze heeft een griepje, niets ernstigs gelukkig. Van het paspoort klopt volgens de dierenarts niets, ze moet in ieder geval nog wat inentingen hebben. “Tja”, zegt de arts “Bij die winkels kun je beter maar niets kopen, je weet niet waar de dieren vandaan komen en wat er met ze gebeurd is” en “oh ja, Fee is trouwens geen zij, maar een hij….”
Toch weer een goed voornemen: het is nu afgelopen met mijn impulsieve gedrag en ik ga zeker niet meer voor “ah, mam, please?”…………maar wat ben ik blij met onze Fee! Ze, uhh…hij is zo leuk!