zaterdag 31 december 2011

Kerstgevoel


In de afgelopen  jaren heb ik een behoorlijke verzameling kerstspullen opgebouwd. Vrolijke ballen, kitscherige engeltjes, vogeltjes met knijper en gekleurde staartjes en niet te vergeten die mooie kerststal van de HEMA. Over veel dingen heb ik getwijfeld, wel mee? Niet mee? Wel mee? Maar bij de doos zorgvuldig ingepakte ballen had ik geen enkele twijfel, die hebben we in een Arabisch land niet nodig.

Maar wat bleek? Vanaf begin december werden hier de grootste bomen opgetuigd, in malls en in hotels. Nog nooit in mijn leven zoveel blinkende kerstversiering bij elkaar gezien, piepschuim sneeuwpoppen, Sri Lankeese kerstmannen, kerstkoortjes met Fillipijnse meisjes die luidkeels Last Christmas zingen, glitter, nep sneeuw en veel bling bling. Zelfs gluhwein! Nu konden wij natuurlijk niet achter blijven en na wat speurwerk hebben we een heuse nep boom om de kop weten te tikken.  Christmas carols op tien en luid zingend de plastic takken omgetoverd tot een prachtige boom, zelfs de palmboom in tuin meegenomen.

Met mijn verjaardag vind ik het heerlijk om me ‘jarig te  voelen’. Met een ‘kerstgevoel’ dacht ik niet zo veel te hebben. Kerst vliegt voorbij met etentjes, borrels, een huis vol kaarsen, kerstontbijt met een zwaar hoofd, maar ook met z’n vijven in joggingbroek op de bank.  Heerlijk, al jaren het hetzelfde. Tot dit jaar.  Buiten is het 25 graden, strak blauwe lucht, familie over uit Nederland, voor het ontbijt met echte kerststol een duik in het zwembad, met een kerstmuts op ons hoofd een tocht door de woestijn en ’s avonds onder knipperende kerstlampjes een visje op de bbq. Helemaal fantastisch. Wat een leven hier! Maar geen ‘kerstgevoel’..... helemaal niet erg, alleen nooit geweten dat een kerstgevoel voor mij echt bestaat en dat ik stiekem die Hollandse natte gure donkere avonden best een beetje zou missen....





dinsdag 6 december 2011

Jagen & racen


Een grote witte auto met geblindeerde ramen komt aanrijden,  twee Emirati jongens, gekleed in Dishdasha,  stappen uit en openen de achterdeuren.  Op de achterbank zitten drie valken broederlijk  naast elkaar. Niet in een kooi, maar gewoon los, enkel met een leren kapje voor hun ogen. De jongens pakken zonder enige moeite de valken en lopen met trotse blik het ‘falcon hospital’ binnen. Ze komen voor de maandelijkse ‘check up’. Niets bijzonders.  Valkenieren is hier de nationale sport.
In het valkenziekenhuis komen per dag rond de 70 valken voor een routine controle. Nagels worden geknipt, veren worden bekeken en waar nodig gerepareerd, tanden worden schoongemaakt en vitamines worden toegediend.
“Valken hebben”, zo vertelt onze gids, “na een periode van jagen een rustperiode”. Op het terrein van het ziekenhuis staat een grote kooi met daarin ongeveer 20 valken in die periode van rust. We mogen naar binnen. Enigszins aarzelend stap ik  de kooi in. De valken zijn inderdaad rustig en er gebeurt weinig. “Zien jullie iets bijzonders?” vraagt de gids. We noemen van alles op, maar geen van onze antwoorden is goed. Dan zegt hij trots: “In deze kooi zit airconditioning, heerlijk voor ze!” De temperatuur is op dit moment gezakt naar 26-27 graden, maar in de zomer kan die oplopen tot 45-50 graden. Ik kijk nog eens naar de gaten in de kooi en dan weer naar onze gids, wat houdt deze man van zijn valken, wat een trots, wat een andere wereld.



Een dag later gaan we naar de kamelenraces.  Onderweg komen we al wat mannen met kuddes kamelen tegen op weg naar de race. Met rechte rug deinzen de mannen mee op het ritme van de kameel. Na even zoeken komen we op de plek waar de races zouden moeten plaatsvinden. Ik parkeer onze auto en vraag me af waar de races precies zijn, waar de tribune is en of we iets te eten en drinken kunnen kopen.  Niets van dat alles. Een man komt naar ons toe en vertelt ons dat we weer in de auto moeten gaan zitten en dat we bij de andere auto’s moeten gaan staan. Een klein stukje verderop staan ongeveer 15 auto’s, wederom groot, wit en met geblindeerde ramen, te wachten tot de race begint. Een eerste kudde kamelen verschijnt aan de start, op het moment dat het startschot klinkt, scheuren de auto’s weg en volgen de kamelen. De kamelen worden bestuurd door kleine robotjes. Auto’s halen elkaar in, rijden vlak naast elkaar, snijden elkaar, alleen nog oog voor de kamelen. Raampjes gaan open, wat een fanatisme, mensen genieten. Voordat ik het door heb scheur ik fanatiek een paar rondjes mee en even voel  ik me een echte ‘local’. 






maandag 31 oktober 2011

Bikkels



Op het schoolplein is een ‘Hollands hoekje’  ontstaan. Op een bankje, in de schaduw van een palmboom, wordt gezellig gekeuveld tot dat de kinderen uit school komen. In haar keurige witte blouse, groene rokje, witte sokken degelijke sandalen komt Rosa als eerste aanlopen. “Mam, ik begrijp nog helemaal niets van wat er in het Engels allemaal tegen me gezegd wordt, maar ik spreek het zelf al zo ontzettend goed, bijna vloeiend!’ Trots laat ze haar schrift zien waarin ze een opdracht over emoties en gevoelens heeft gemaakt. ‘Happy’ is schrijft ze: ‘’dat je een smile op je head heb.’’

Daarna komt Krijn met een grote zware schooltas op zijn rug aangelopen. In zijn ene hand een koeltas en in zijn andere hand een grote beker met koud water. Lachend zegt hij: “De hele klas moest vandaag lachen. Ik had het tijdens Math over ‘ceifers’ in plaats van over ‘numbers’, ik vond het wel Engels klinken.” Daarna gaat hij door over de heerlijke sushi die zijn Zuid-Koreaanse vriendje vandaag bij zich had. “Weet je het verschil tussen Zuid-Koreaanse sushi en Japanse sushi?” vraagt hij. “We hebben vandaag weer geruild, hij mijn boterham kaas en ik zijn sushi.”

Ook Hannah komt bezakt en bepakt richting het bankje, gezellig babbelend met een leuk Nederlands jongentje dat ze ontmoet heeft. Hannah is wat stiller, zegt nog weinig in het Engels. Ze draagt witte schoenen en rood met wit gestippelde sokken, dit terwijl de schoolregels uitdrukkelijk voorschrijven dat de schoenen zwart en de sokken wit moeten zijn. Hannah zoekt de grenzen op, draagt sportkleding op dagen dat er geen gym is, smijt haar uniform thuis zo snel mogelijk in een hoek is en maakt haar huiswerk op het allerlaatste moment. “Ach mam, ik wacht wel tot ze er iets van zeggen…”

Twee maanden zitten ze nu op school. Een periode met ups en downs, tranen en buikpijn. Een ander land, een nieuwe school, een taal die je nauwelijks begrijpt, schooluniformen, strenge regels, heel veel huiswerk, nieuwe leraren en nog geen vriendjes.  Niets hetzelfde als op die vertrouwde school in Nieuw Vennep. En terwijl ik mijn baantjes in het zwembad trek, boodschappen doe, koffie drink, nog eens koffie drink, Abu Dhabi verken, een afspraak bij de ‘nailsalon’ maak, zijn mijn kinderen keihard aan het werk en doen ze iedere dag doen hun best het beste er van te maken. Bikkels zijn het!!



zondag 16 oktober 2011

Goede voornemens

En dan ben je opeens bijna vijf maanden verder en woon je aan de andere kant van de wereld. Vijf maanden waarover ik blogs vol had kunnen schrijven. Daar gaat een goed voornemen. Blogs over de bliksem snelle opruimactie waardoor ons huis verhuurd is, het inpakken en uitzoeken, het afscheid van de kinderen van school en hun vriendjes, de verhuizing, de liefdesperikelen in onze omgeving, de erfelijke genafwijking, de bezoekjes met mijn vader aan het Erasmus ziekenhuis, de vakantie naar Frankrijk, de logeerpartij bij mijn ouders, ons afscheidsfeest en natuurlijk de eerste ervaringen in Abu Dhabi. Maar laat ik het mezelf niet te moeilijk maken. Laat ik beginnen met dat kleine rode poesje uit mijn laatste blog.

We zitten te eten, Michael in Abu Dhabi, de kinderen en ik in Nieuw Vennep. Toch zitten we bij elkaar aan tafel, laptop op tafel en via Skype hebben we het over van alles en nog wat. “Ik heb een straat ontdekt met alleen maar dierenwinkels” zegt Michael. “Hebben ze daar ook van die poesjes? En papagaaien? Schildpadden? Zitten de dieren daar ook in van de kleine kooitjes”  Er wordt niet meer gegeten, Michael wordt onderworpen aan een vragenvuur.

Vijf weken later zitten we ‘eindelijk’ in het vliegtuig naar Abu Dhabi. We laten ons verwennen in de businessclass en zitten bij te komen van het emotionele afscheid op Schiphol. Ontroerd door alle lieve woorden en knuffels van familie en vrienden die in alle vroegte naar Schiphol zijn gekomen.  De landing wordt ingezet en de woestijn is in zicht. “Gaan we vanavond nog naar die straat met die dierenwinkels? Ah, waarom niet? Misschien zit er nog wel zo’n lief katje? Of ratjes? Ja, ik wil ratjes! Of een vogeltje? Of toch een landschildpad voor in de tuin? Ah? Waarom niet?!”

Het lukt ons niet om het nog langer uit te stellen. De dag na onze housewarming gaan we, na bergen afwas gedaan te hebben, met een zwaar hoofd dan eindelijk naar die beroemde straat. Maar benadrukken we: alleen kijken!! We komen in een straat met zeker tien dierenwinkels op een rij. Kleine volgepakte smoezelige winkeltjes, opgestapelde hokken, krijsende papagaaien, slangen, prachtige vogeltjes en natuurlijk ook kittens. In de eerste winkel zitten twee Persische katjes in een hok, ze springen naar ons toe, het hok wordt opengemaakt, ze doen alles om onze aandacht te trekken. Oh, wat zijn ze leuk! "Hoe oud zijn ze? Hoe duur zijn ze eigenlijk?" Oeps, valt best tegen, maar we komen toch alleen maar kijken….. “Ah, mam, please?“ Het blijken twee katertjes en dat willen we niet, besluiten we. Katers schijnen te ‘sproeien', lijkt ons niets. Met pijn in ons hart begeven we ons naar de volgende winkel. In een van de volgende winkels loopt een aantal poesjes vrij rond. Een prachtig beige pluizenbolletje trekt meteen onze aandacht, ze laat zich makkelijk optillen om zich vervolgens niet meer neer te laten zetten. Niets alleen maar kijken, dit wordt d’r, zelfs Michael is om. De verkoper garandeert ons dat het een meisje is en dat ze alle vereiste inentingen heeft gehad, we krijgen zelfs een heus paspoort met stempels en zegels mee. Opgetogen rijden we naar huis. Oh, wat is ze leuk!! Fee heet ze.

Een paar dagen later ga ik met haar naar de dierenarts, ze niest en hoest wat. De dierenarts kijkt haar na, ze heeft een griepje, niets ernstigs gelukkig. Van het paspoort klopt volgens de dierenarts niets,  ze moet in ieder geval nog wat inentingen hebben.  “Tja”, zegt de arts “Bij die winkels kun je beter maar niets kopen, je weet niet waar de dieren vandaan komen en wat er met ze gebeurd is”  en “oh ja, Fee is trouwens geen zij, maar een hij….”

Toch weer een goed voornemen: het is nu afgelopen met mijn impulsieve gedrag en ik ga zeker niet meer voor “ah, mam, please?”…………maar wat ben ik blij met onze Fee! Ze, uhh…hij is zo leuk!

dinsdag 28 juni 2011

Belle & Bo

Het is 45 graden en enorm vochtig buiten. Bij het hotel kijken ze ons wat vreemd aan, maar we durven het aan om lopend naar een restaurant op zoek te gaan. “Ah, mam, mogen we hier even naar binnen? Please?” We komen langs een aquariumwinkel. Binnen blijken er niet alleen de meest prachtige vissen te zwemmen, maar  worden we verwelkomt door een grote papagaai, vogeltjes en zes poesjes in een heel klein hokje. De poesjes doen er alles om onze aandacht te trekken, vooral een klein rood poesje steelt de show. We zijn er niet meer weg te slaan.  “Ah, oh, wat lief, wat zijn ze schattig, ah, mam, mogen we er één?” De verkoopster heeft snel door dat we geen serieuze kopers zijn en maakt ons met een chagrijnig gezicht duidelijk dat ze gaat sluiten. Buiten raken we niet uitgepraat over de vreselijke situatie van deze dieren. “Kunnen we dat poesje echt niet meenemen naar ons hotel? Dat vindt de meneer van het hotel toch vast niet erg?”

Het restaurant blijkt een prachtige tuin te hebben. Er staat een grote barbecue, heerlijke ‘lounge’ kussens omringd door vuurkorven. Er zit verder niemand buiten te eten, maar wij gaan er voor. Na een paar minuten wordt ons duidelijk waarom we de enige zijn, het zweet breekt ons aan alle kanten uit. Toch maar naar binnen. We gaan voor het buffet, een populair concept in Abu Dhabi, De airco staat op 18 graden en met een sjaal om begeven we ons lang de schalen met het vele eten. Wat een keus. De kinderen houden zich bij het hoofdgerecht in, om bij het toetje vervolgens helemaal los te gaan.

Tijdens het eten dwalen mijn gedachten af naar dat leuke rode poesje, maar vooral naar Belle & Bo. De cavia’s van Hannah. Ik hoor het mezelf nog zeggen “Voor ons geen huisdieren meer”. Maar ja, ze waren zo schattig en Hannah wilde ze zo graag. Ze zou ze zelf eten geven en het hok verschonen. Ze heeft het twee weken volgehouden. Vanaf dat moment ben ik iedere dag in de weer met het plukken van paardebloemen en ezelsoren. Zodra ik Hannah’s kamer  inkom, beginnen ze druk te piepen en huppelen ze in hun hok. Met een hoog stemmetje praat ik vervolgens wat tegen ze, waarop ze nog meer gaan piepen en andere geluidjes gaan maken. Natuurlijk gaan Belle & Bo mee naar Abu Dhabi. We kunnen het toch niet aan Hannah verkopen om ze in Nederland te laten, ze moet al weg bij al haar vriendinnen en dan ook Belle & Bo achterlaten. Zeker van mijn zaak  maak ik de mail open met daarin de offerte voor de verhuizing van Belle & Bo. De vliegreis, een medisch onderzoek, quarantaine, totale kosten: 700 euro. Slik.

Inmiddels hebben we Hannah kunnen overtuigen van het feit dat het voor Belle & Bo zielig is om ze deze reis aan te doen en dat 700 euro erg veel geld is. We hebben zelfs al een goed nieuw adres voor ze gevonden. Hannah heeft zich er ondertussen volledig bij neergelegd, maar wat zal ik dat gepiep, die leuke geluidjes en mijn zoektochten naar lekker groen missen. Zodra we in Abu Dhabi zijn, toch snel maar weer eens langs die dierenwinkel gaan, alleen kijken.



vrijdag 27 mei 2011

Afscheidsfeestje

 “Er ligt een kind in het water, wil je haar er uit trekken?” roepen we naar de kant. We zijn uitgenodigd door vrienden om te varen door de Amsterdamse grachten, een ‘afscheidsuitje’. Eind augustus willen we een afscheidsfeest geven, toch loopt onze agenda nu ook al vol met leuke ‘afscheidsetentjes’. Vlak voor vertrek heeft J. een grote gele plastic banaan opgeblazen, om achter de boot te hangen, leuk voor de kinderen. Aangekomen op de Amstel is volgens J. het moment om twee kinderen op de banaan te zetten. Zo gezegd zo gedaan. Hannah achter, haar vriendje I. voor. Vrolijk lachend varen we over de Amstel, er is heerlijk eten en we genieten van een glas prosecco, wraps en een stokje saté. Opeens zie ik vanuit mijn ooghoek de kinderen in het water liggen. I. kan zich nog net vasthouden aan de banaan en is snel weer aan boord. Hannah zwemt tussen wat andere bootjes. Geschrokken houd ik haar goed in de gaten, maar als een volleerd zwemster zwemt ze, met haar C diploma op zak, door naar een woonboot aan de kant. Mijn hart gaat tekeer, maar alles onder controle.

De woonboot ligt in een hoge stenen bak, Hannah krijgt het niet voor elkaar om op de boot te klimmen. Gelukkig hoort een man die op de woonboot een boekje zit te lezen ons roepen; hij kan haar er vast uit trekken. Maar zodra hij Hannah in het water ziet liggen, maakt hij een enorme sprong en duikt het water in. Hij pakt Hannah en brengt haar naar een veilige plek. Met mijn glas en stokje saté nog in mijn hand, kan ik alleen maar wat stamelen om de man te bedanken. De man is buiten adem, zichtbaar aangeslagen en brengt geen woord uit. Wij varen verder en hebben nog een leuke middag. Hannah kan vrij snel weer lachen, de kou en natte kleren doen haar niets. Maar naarmate de dag vordert, zie ik mezelf in gedachten steeds weer op die boot staan, met dat glas in mijn hand en een wildvreemde man die voor mijn dochter in het water springt. Wat een held! Op weg naar huis rijden we nog langs de woonboot, de man is niet thuis en we laten bij de buurvrouw een fles wijn achter om hem te bedanken. Via deze weg wil ik dat nog een keer doen. Bedankt!

zondag 22 mei 2011

Andere kant

“Omlopen” roep ik vanuit de keuken naar buiten als de deurbel voor de zoveelste keer gaat. Het is heerlijk weer. Hannah en Rosa lopen de hele dag met vriendjes en vriendinnetjes in en uit. Tennissen, fietsen, naar het klimrek en kikkervisjes vangen. Krijn vermaakt zich met zijn vrienden T. en M. Ze zijn vrijwel elke dag bij elkaar, knutselen, bouwen steden van lego, maken grappige filmpjes en zijn nu al dagen aan het ‘vingerbreien’. Langzaam verandert de woonkamer in een kleurig spinnenweb.

Die avond hebben vrienden ons uitgenodigd voor een concert in hun woonkamer. Opgetogen rijden Michael en ik naar Utrecht, onderweg genoeg te bespreken over ons ‘Abu Dhabi avontuur’. In een intieme sfeer nemen twee ‘singer-songwriters’ ons mee in hun belevingswereld. “Ik ga nu een heel persoonlijk liedje voor jullie zingen,” zegt zangeres Lea. “Een liedje over een traumatische gebeurtenis uit mijn jeugd. Ik was 11, mijn ouders besloten om van een dorpje in Drenthe te verhuizen naar de stad. Wat was het vreselijk om al mijn vriendjes en vriendinnetjes te moeten missen.” Vriendin E. probeert nog in te grijpen, maar het liedje wordt ingezet. E. pakt mijn hand en de tranen stromen over mijn wangen…….Tot nu toe dacht ik bij Abu Dhabi vooral aan avontuur, nieuwe belevenissen en spanning, nu komt ook een andere kant hard binnen. 

zaterdag 14 mei 2011

Overal Abu Dhabi

Zoals vaker net iets te laat van huis vertrokken, nog net op tijd voor die vergadering die om negen uur begon en in alle haast mijn telefoon op stil vergeten te zetten. Met blozende wangen probeer ik zo onverstoord mogelijk verder te gaan met die marketing update, maar kan het niet laten om toch naar die sms te gluren. Een sms van Michael “Vanavond sex in the city?!’ En meteen daarna nog één “Ik heb er zin in!” Niet dat Michael opeens fan is van vrouwenseries, maar de film speelt zich grotendeels in Abu Dhabi af. Reden genoeg om er een avondje voor te gaan zitten.

Voordat Michael werd benaderd voor een baan in Abu Dhabi had ik er nog nooit van gehoord, had geen idee hoe je het schreef en had het niet kunnen aanwijzen op de kaart. Dat is nu anders. Vrijwel iedereen die ik de laatste tijd spreek kent er wel iemand of is er geweest. Laatst in een vergadering. Ik zat naast een collega die begon te vertellen dat hij zo ontzettend uitzag naar zijn vakantie. Waar ga je naar toe vroeg ik. “Naar Abu Dhabi, ik kom daar al jaren, zo’n fijne plek”. Van een vriendin die sinds kort als stewardess werkt kreeg ik een sms’je: “Ik lig heerlijk aan het strand in Abu Dhabi, jullie gaan het hier vast heel fijn krijgen”. Via via kregen we het mailadres van een Nederlandse jurist in Abu Dhabi, om hem te vragen een blik te werpen op de voorgestelde arbeidsovereenkomst. Een hartelijke mail kregen we terug: “Maar wij kennen elkaar wel, ik kijk hier iedere dag naar een schilderij dat ik 15 jaar geleden bij Michael in de galerie gekocht heb”. De dag er na kwamen we in contact met een ander Nederlands stel. Zij is ondertussen al vertrokken naar Abu Dhabi. Man en kind volgen in augustus. De broer van onze buurvrouw blijkt er te baggeren en ook de neef van een vriend van ons gaat er binnenkort wonen. Weer heel wat nieuwe relaties op Linkedin.

Die avond installeren we ons met een glas wijn voor tv om ‘Sex in de city’ te kijken. Wat een tegenvaller! Niets te zien van Abu Dhabi, vier ronddartelende vrouwen in Gucci en Chanel pakjes, flauwe grappen en een man naast me die zich geel en groen ergert. Ach ja, sometimes you just have to get away with the girls. Zo gezegd, zo gedaan. En de volgende dag zat ik met vriendinnen bij een toneelstuk met de toepasselijke titel ‘expats’.  Een toneelstuk dat volgens een collega zou gaan over mijn toekomstige leven in Abu Dhabi. Als dat maar niet waar is. Een naakte vrouw en in slip gehulde man rennen al ruziënd het podium op, hysterische scènes, veel geschreeuw, gekots en geboer.

Het begint tijd te worden om het zelf te gaan ontdekken, het Abu Dhabi-avontuur mag beginnen. Heb alleen één wens…….dat mijn vriendinnen zullen langskomen om op een kameel, flauwe grappen makend, de woestijn te verkennen. En natuurlijk om een Prada tasje te scoren!

zondag 8 mei 2011

Aboedabies

Zaterdagochtend, Michael is met Krijn en Hannah naar de kapper geweest. Niet het meest favoriete uitje, lang haar is veel hipper en stoerder. Krijn komt naar me toe lopen en geeft me een duw met zijn schouder, zijn ogen zijn een beetje rood. Niets voor hem. Ik zeg dat ik zijn haar leuk geknipt vind, hij geeft me nog een duw. “Is het waar?” zegt hij boos. “Is het waar dat we gaan verhuizen? Dat we naar een ander land gaan?” “Het is nog niet zeker” antwoord ik “Maar de kans dat we gaan wordt wel steeds groter” en ik vertel ze van onze plannen. Hannah krijgt de slappe lach. “Aboedabies! Dat kan toch niet! Ik spreek toch geen Aboedabies! Ik ben toch Nederlands!” We hadden ze op een rustig moment van onze plannen willen vertellen. Nu hebben ze het gehoord van iemand uit het hockeyteam van Michael bij de kapper die  wist dat Michael was benaderd door een headhunter. Later op de dag komt Rosa terug van een partijtje. Ik ga met haar in bad en vertel ook haar van onze plannen. Ze kijkt me aan, maakt een streng ‘nee-gebaar’ met haar hand en zegt: “Geen goed plan, dat gaat dus zeker niet gebeuren” en ze speelt lekker verder met haar playmobil poppetje. 
Een paar jaar naar het buitenland. Het heeft ons altijd wat geleken, het is er alleen nooit van gekomen. Ondertussen zijn het geen plannen meer, het is  zo ver, we gaan emigreren! Half mei vertrekt Michael naar Abu Dhabi om directeur van een kunsthal te worden.  Eind augustus volg ik met de kinderen. Krijn vindt het hele idee nog steeds stom, hij praat er weinig over. De stemmingen van Hannah wisselen, het is maar net hoe haar pet staat. Rosa vindt het wel spannend, haar juf is razend enthousiast en ze geniet van al die aandacht in de klas. Ze hebben hun eerste Engelse les achter de rug. Een les over ‘Bill op een hill’. Gelukkig biedt dit hele avontuur  ook kansen, de naam van de dwergpapegaai die we in Abu Dabhi gaan krijgen is bekend: Billy!